Maarten Luther kwam uit Duitsland. Zijn moeder heette Margarethe, zijn vader Hans en zijn broer Jacob. De paus wilde in Duitsland een nieuwe kerk gaan bouwen maar hij had niet genoeg geld daarvoor. Dus hij bedacht een plan. Hij maakte een brief (de aflaat) Daar stond in dat als je geld betaalde, je een plekje in de hemel had gekocht. Maarten vond dat onzin en verzon zelf ook iets. Hij maakte een brief met 95 stellingen en hij timmerde de brief op een kerk in Eisleben. Toen de paus dat las werd hij boos, Hij zond een brief aan Maarten waarin stond dat hij moet stoppen, maar dat maakte Maarten niets uit. Hij gooide de brief in het vuur en toen begon de reformatie.

Uiteindelijk werd Maarten Luther de kerk uitgestuurd. Maar dat vond hij niet zo erg. Maarten richtte zijn eigen kerk op. Andere mensen die ook tegen de kerk waren sloten allemaal bij hem aan. Hij vertaalde de Latijnse bijbel naar het Duits en het Nederlands zodat veel meer mensen het konden lezen. Martin Luther King, de Amerikaanse burgerrechten activist, is naar hem vernoemd.