Op 5 april 1566 boden 200 edelen Margaretha van Parma een verzoekschrift aan. Margaretha was landvoogdes, zij regeerde de Nederlanden in opdracht van koning Filips II. In dat verzoekschrift vroegen de edelen haar om een einde te maken aan de geloofsvervolgingen, waardoor steeds meer protestantse mensen de gevangenis ingingen. Ze werden ketters genoemd, omdat ze het niet eens waren met de rooms-katholieke kerk. Margaretha schrok van zoveel mensen aan de deur maar de raadsheer zij; "Het zijn toch maar geuzen!" (bedelaars)

 

Een paar dagen later sloten de edelen een verbond dat ze voortaan "Geuzen" heetten. Margaretha wist niet wat ze er mee aan moest en de geuzen maakten daar gebruik van. Ze vertelden steeds vaker dat ze het niet meer pikten, ze wilden verandering. Daardoor durfden mensen niet meer te protesteren. Mensen die voor het nieuwe geloof waren kwamen bij elkaar op open plekken. Daar luisterde de mensen naar toespraken van predikanten. Zo'n toespraak noemde je een ´´Hagepreek''

Op een gegeven moment liep het uit de hand. Na een hagepreek bestormden op 10 augustus 1566 mensen een klooster. Ze maakten dingen kapot, namen kostbare spullen mee en nog veel meer. Ik de maanden daarna werden er nog meer kerken en kloosters geplunderd. Eerst alleen in de Vlaamse westhoek en daarna ook in heel Vlaanderen en Brabant. Eind augustus kwam de beeldenstorm ook in het Noordelijke gedeelte van Nederland.

Het bestormen en plunderen van kerken en kloosters werd de Beeldenstorm genoemd. De 'beeldenstormers' kwamen niet uit één groep. Rijk en arm, mannen en vrouwen, oud en jong deden mee. Ze vernielden heilige beelden en kunstwerken. Ze namen ook de voorraden van de kloosters mee .
Er waren verschillende redenen waarom ze het deden. De vervolgingen van ketters waren vreselijk. Meestal werden mannen en vrouwen, die geen vlieg kwaad deden, opgepakt. De oogsten mislukten heel vaak en er was veel armoede en werkloosheid. Sommigen haatten de rijke mensen en de vaak ook rijke pastoors. Ze werden altijd voorgetrokken. Anderen deden uit nieuwsgierigheid mee.  

De mensen die het protestantse geloof aanhingen vonden de katholieke kerk maar een poppenkast. Daarom gingen de mensen de beelden van de katholieke kerken vernielen. Ze vonden dat Jezus Christus de heilige was, en al die anderen niet. Ze wilden laten zien dat het christelijke geloof al dat soort rotzooi niet nodig had. Op dit filmpje zie je nog wat informatie.

 

Filmpje:

http://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/2587/Het%20Klokhuis%20maakt%20Geschiedenis%3A%20Beeldenstorm